Het vaccinatieschema voor mijn kat

❮ ❯
Wat is vaccineren?

Vaccineren is het toedienen van een bepaalde vloeistof met dode of verzwakte ziektekiemen zodat uw huisdier hiertegen antistoffen ontwikkelt. Antistoffen zijn de militairen van het lichaam die de ziektekiem herkennen en neutraliseren. Dus hoe meer antistoffen, hoe sneller een ziekte overwonnen wordt.

Is vaccinatie echt nodig?

Vaccineren redt levens, het werkt bij ons en ook bij uw kat. Het doel van vaccineren is om voldoende antistoffen te ontwikkelen tegen een bepaalde ziektekiem om deze sneller en met minder ernstige symptomen te overwinnen en om de dodelijkheid ervan te verminderen. Door vaccinatie worden de antistoffen op peil gehouden. Sommige vaccins dienen jaarlijks herhaald te worden, anderen om de 3 jaar.

Bij Anoa wordt er gevaccineerd naargelang de levensomstandigheden van uw kat.

Tegen welke ziektes kan ik mijn kat vaccineren?

Er zijn verschillende ziektes waartegen u uw kat kunt beschermen door middel van vaccinatie.

  • Kattenniesziekte is een zeer besmettelijke aandoening. Het wordt door verschillende ziektekiemen verspreid zoals het Feline Herpes- en Calicivirus. Besmetting met het Herpesvirus zorgt voor een levenslange latente infectie. Dit wil zeggen dat het virus in het lichaam blijft, ook als is uw kat niet meer ziek is. Wanneer de weerstand terug slechter is, wordt het virus terug actief en krijgt uw kat opnieuw symptomen en is ze besmettelijk voor andere katten. De ziekte kan ernstige infectie aan de luchtwegen en zweren in de mond en/of de ogen veroorzaken.
  • Kattenziekte of panleucopenie wordt veroorzaakt door het Parvovirus. Dit virus is zeer resistent en kan enkel met specifieke ontsmettingsmiddelen bestreden worden. Het Parvovirus is erg besmettelijk én dodelijk bij kittens en jonge katten, immuungecompromitteerde katten en niet-gevaccineerde katten. Het kan zelfs via de baarmoeder doorgegeven worden aan de kittens en hersenafwijking veroorzaken. Een besmetting leidt tot koorts, hevig braken en ernstige bloederige diarree met uitdroging en shock tot gevolg. De prognose is gereserveerd, vaak zijn er ook bijkomende secundaire infecties aanwezig.
  • Chlamydiose wordt veroorzaakt door een bacterie en veroorzaakt ook infectie aan de luchtwegen. Daarnaast kan ook conjunctivitis, koorts en abortus optreden. Deze ziekte is besmettelijk door nauw contact tussen dieren, zelfs als uw kat geen symptomen meer vertoont.
  • Leucose ontstaat door besmetting met het Feline Leukemievirus. Dit is een erg besmettelijk virus dat zich verspreidt via het bloed en het speeksel. Het komt vooral voor bij buitenkatten en het tast het immuunsysteem aan. Het kan soms lang duren vooraleer symptomen zichtbaar zijn, maar deze kunnen wel dodelijk zijn voor uw kat. Zo kan dit de basis zijn voor het ontstaan van tumoren, bloedarmoede en sterfte van ongeboren kittens. Gelukkig ontwikkelen volwassen katten een soort resistentie waardoor vaccinatie om de 3 jaar volstaat, behalve wanneer uw kat samenleeft met leucosepositieve katten.
  • Rabiës of hondsdolheid is een zeer ernstige en dodelijke ziekte die bij dieren én mensen voorkomt. De symptomen van hondsdolheid zijn voornamelijk van neurologische aard: gedragsveranderingen (agressiviteit, angst), slikproblemen, stemveranderingen, speekselen, verlamming, jeuk... maar veel verschillende symptomen zijn mogelijk. Er is geen behandeling, hondsdolheid heeft altijd een dodelijke afloop. Gelukkig komt deze ziekte in België niet meer voor.
  • Let op! Vaccinatie tegen hondsdolheid is verplicht indien uw kat de landsgrenzen kruist. Het vaccin moet ten minste 21 dagen voor vertrek worden toegediend en moet om de 3 jaar herhaald worden. Ook als u een kat of kitten uit het buitenland adopteert, moet hij/zij minstens 15 weken oud zijn en 21 dagen voor aankomst in België tegen rabiës zijn ingeënt.

Wanneer moet ik mijn kat vaccineren?

Vaccinatie is in de meeste gevallen niet verplicht, maar wordt wel sterk aangeraden, zowel bij kittens als bij volwassen katten.

Het basisschema voor vaccinatie kunt u hieronder terugvinden. Vanaf de leeftijd van 3 jaar is het vaccin tegen Chlamydiose niet meer noodzakelijk en het vaccin tegen leucose en kattenziekte kan om de 3 jaar toegediend worden. Het Rabiësvaccin dient 3-jaarlijks te worden herhaald indien u naar het buitenland gaat.

Leeftijd Vaccin
8 weken Herpes + Calici + Parvo + Chlamydia
12 weken Herpes + Calici + Parvo + Chlamydia
Leucose
Rabies
16 weken Herpes + Calici + Parvo + Chlamydia
Leucose
1-jarige leeftijd Herpes + Calici + Parvo + Chlamydia
Leucose
(Rabiës)
Elk jaar Herhalingsvaccin is individueel afhankelijk

Afhankelijk van de individuele situatie en leefomstandigheden kan dit schema afwijken:

  • Als uw kat geen contact heeft met andere katten.
  • Als uw kat niet naar een kennel of pension gaat.
  • Als uw kat niet naar het buitenland gaat.
  • Als uw kat een van de ziektes al heeft doorgemaakt.
  • Als u van plan bent te kweken met uw kat.
Wanneer moet ik overwegen om mijn kat (nog) niet te vaccineren?

In bepaalde gevallen kan het zijn dat we vaccineren afraden of uitstellen, maar dit wordt best eerst besproken met uw dierenarts.

  • Als uw kat ziek is (koorts, infectie...).
  • Als uw kat een behandeling krijgt die niet samengaat met vaccinatie.
  • Als uw kat een allergische reactie vertoonde bij de vorige vaccinatie.
  • Als na titerbepaling blijkt dat er nog voldoende antistoffen aanwezig zijn.
Wat is titerbepaling?

Bij titerbepaling wordt onderzocht of uw kat nog voldoende antistoffen heeft tegen kattenziekte, Feline Herpesvirus en Calicivirus. Hiervoor wordt een kleine hoeveelheid bloed afgenomen en opgestuurd naar een extern labo. Het aandeel antistoffen van de afzonderlijke ziektekiemen wordt bepaald en vervolgens weten we of er opnieuw moet gevaccineerd worden.