De verzorging en voeding van een omnivoor knaagdier (rat, muis, gerbil, hamster)

❮ ❯
Sociale dieren

De meeste knaagdieren zijn sociale dieren. Behalve bij de hamster, is het aangeraden om deze dieren in groep te huisvesten. Bij de samenstelling van de groep moet er rekening gehouden worden met het aantal en het geslacht van de individuen.

Als u naar de praktijk komt, kunt u zeker een kameraadje meenemen. Dit is ook belangrijk voor het herkennen van elkaar d.m.v. geur en om ruzie onderling te vermijden.

Ondanks het feit dat de meeste knaagdieren sociale dieren zijn, blijven het prooidieren en houden ze er niet van om veel opgepakt te worden. Maak het ze wel gewoon, voor als het nodig is. Als u hen moet oppakken, ondersteun ze dan goed en wees voorzichtig. Let op met het vastpakken aan de staart. Knaagdieren met een behaarde staart kunnen een deel van de vacht van de staart loslaten om te ontsnappen.

Een tweede gevolg van het feit dat deze knaagdieren een prooidier zijn, is dat ze zolang mogelijk proberen te verbergen dat ze ziek zijn. Wees daarom op uw hoede en ga langs bij uw dierenarts bij minste tekenen van ziekte, verminderde eetlust of gedragsverandering.

Knaagdieren zijn ook actieve dieren die houden van fysieke en mentale activiteiten. U kunt dit stimuleren door het geven van speelgoed, kranten, karton, verstoppen van voedsel …

Voeding

Voeding is het belangrijkste aandachtspunt wanneer u knaagdieren houdt. Voorzie ook altijd vers drinkwater in een kom, liefst geen drinkfles (zeker bij tandproblemen). Wanneer ze vaak de kom vuilmaken of omgooien kunt u opteren voor een drinkfles. Wanneer u naar de dierenarts komt met uw huisdier neem dan zeker wat voeding in de transportbak mee.

Knaagdieren zijn granivoor, fructivoor en soms ook omnivoor. Hieronder staan voedingsrichtlijnen opgelijst per diersoort.

Rat/muis

  • Geëxtrudeerde pellets (geen mengeling): basisvoeder, 5-10 gram per 100 gram lichaamsgewicht.
  • Groenten en fruit als verrijking en tussendoortje.
  • Tafelresten: opgelet met de hoeveelheid suiker, zout en vet!
Gerbil

  • Geëxtrudeerde pellets voor rat/muis (geen mengeling) + 1 à 2 kattenkorrels om de 2 weken.
  • Groenten en fruit in kleine stukjes: broccoli, appel, wortel…
  • Knaagdiersnoepjes en zadenmengeling vermijden, te vet.
Hamster

  • Dagelijks een beetje hooi.
  • Geëxtrudeerde pellets (geen mengeling): basisvoeder + 20/30% zaden voor kanaries/parkieten.
  • Groenten en fruit: dagelijks in kleine stukjes.
  • Af en toe kattenkorrels.
Huisvesting

Knaagdieren houden ervan om te graven en nesten te maken. Voorzie daarom een dikke bedding zodat ze dit kunnen doen. Geef ook altijd schuilmogelijkheden met verschillende uitgangen en zorg voor mogelijkheden zodat uw knaagdier op hogere plekken kunnen staan. Als u een kooi of omheining kiest, houdt ermee rekening dat knaagdieren graven, springen en klimmen.

Hamsters, muizen, gerbils… houdt u het best binnen. Let erop dat er geen gevaarlijke materialen of objecten toegankelijk zijn, evenals giftige kamerplanten.

Wanneer u de kooi schoonmaakt, laat dan steeds een beetje oude bedding liggen, ook wat oude keutels in hun ‘toilet’. Via de geur herkennen knaagdieren hun gekende omgeving.

Gezondheid

Knaagdieren zijn prooidieren en proberen zolang mogelijk te verbergen dat ze ziek zijn. Wees daarom op uw hoede en ga langs bij uw dierenarts bij minste tekenen van ziekte, verminderde eetlust of gedragsverandering!

De snijtanden van een omnivoor knaagdier blijven doorgroeien en het is zeer belangrijk dat deze correct afslijten. Ruwvoeder zoals hooi, twijgen, gras en groenten bevorderen een goede slijtage van de tanden en moeten dus rijkelijk aanwezig zijn. Korrelvoeding moet best afgewogen worden aangezien dit minimaal in het dieet moet voorkomen en omdat knaagdieren gevoelig zijn voor overgewicht.

Wanneer de snijtanden niet correct afslijten, door verkeerde voeding of malocclusie (scheef gebit), kunnen deze wonden en later abcessen veroorzaken in de mondholte, met fatale gevolgen. Te lange tanden kunnen onder anesthesie frequent geveild of eenmalig getrokken worden.

Hoe herken ik een tandprobleem?

  • Niet meer eten of een ander patroon van eten.
  • Eten uit de mond laten vallen.
  • Veel speekselen, een natte kin en/of natte voorpoten.
  • Veel traanvocht of oogproblemen.
  • Abcessen op of rond het hoofd.
  • Slecht verzorgde vacht.
  • Niet meer opeten van de zachte keutels.
  • Problemen met de spijsvertering.